Hoewel de e-loc 1100 eigenlijk bestemd was voor het lichtere reizigers- en goederenwerk, werd ze binnen NS gewoon gebruikt voor alle voorkomende werkzaamheden. Niet alleen voor een alledaagse Intercity trof je dit soort karren vaak aan, even gemakkelijk trokken ze goederentreinen tot zo'n 1800 ton, of werden ze ingezet vóór een stoptrein van het 'getrokken' type. Ook aan 'D'- en vakantietreinen werden ze toebedeeld. Als machinist was je met het laatste niet echt blij, want met name in het hoogseizoen konden dergelijke treinen tot wel 15 rijtuigen tellen. Onder normale omstandigheden leverde dat weinig problemen op. Je laveerde immers tussen de reguliere treindienst door en bijgevolg lag de dienstregelingsnelheid niet al te hoog. Anders was dat gesteld bij vertragingen en dus het uitrijden van tijd. Dan kwam het gebrek aan trekkracht onmiddellijk naar boven. Zonder het nog over eventuele gladde sporen te hebben, werd het rijden onder tijdsdruk dan een ware martelgang. Na het passeren van Rotterdam Noord duurde het bijvoorbeeld tot aan Moordrecht voordat je eindelijk eens aan de 130 km/h zat. Jammer genoeg moest je voor Gouda dan weer terugremmen naar 80, of zelfs minder bij een ongunstige spoorbezetting. Voor Woerden gold hetzelfde verhaal. Vrijwel alle stations en aansluitingen kenden vroeger flinke snelheidsbeperkingen. Even met 130- of140 km/h door het wissel bestond toen nog niet... Ondanks het veelvuldige 'misbruik' kenmerkte deze Alsthom-loc zich als een betrouwbare en probleemloze machine. Zolang je als machinist maar de maximale duurbelasting van de (gietijzeren) rijweerstanden en tractiemotoren respecteerde, bleef ze het altijd doen. Zelf heb ik tenminste nooit echte problemen met dit loctype ondervonden. Het enige wat ik mij herinner, was een gebroken neerveer in één van de stroomafnemers.I In 1978 werd in de Hoofdwerkplaats Tilburg een begin gemaakt met het aanbrengen van 'voorzetneuzen'. De 'Dienst van Exploitatie' had daarvoor opdracht gegeven, nadat in maart 1978 loc 1129 bij Westervoort ernstig beschadigd was geraakt bij een asymmetrische aanrijding met een gemoderniseerde 'Blauwe engel' (trein 7747, stel 164). Het feit dat de 1129 als prototype diende, was dus bepaald geen toeval. In de eerste week van september 1978 verscheen de loc overigens alweer op de baan. Eind 1981 was de laatste van de, toen 58 stuks tellende serie, aan de beurt. Daarmee kwam een einde aan de extreme kwetsbaarheid van machinisten die op deze machine dienst deden. We moeten niet vergeten dat er jaarlijks tussen de 7 en 10 loc's met een vervormde cabine in Tilburg belandden!